15 maart 2012

Carmiggelt: keiltjes

Simon Carmiggelt (1913-1987) was, naast veel meer, de meester van het kroegverhaal. Dit fragment komt uit de monoloog van een gepensioneerde kroegbaas die Carmiggelt in 1955 optekende:
‘Want je borreltje heb je toch nodig, nietwaar? Laân we mekaar nou maar niks wijs maken. Als je uit ons bedrijf komt, heb je je borreltje nodig. Dat is een gewoonte. Ik herinner me, toen ik pas een jaar in mijn zaak stond, toen liep het nog niet best. Dus ik ga naar de brouwerij en ik zeg tegen die ouwe meneer Van der Zee – je hebt die ouwe Van der Zee toch wel gekend op de brouwerij? – ik zeg tegen die ouwe Van der Zee: ‘‘Meneer Van der Zee, er zal een beetje geld in moeten, want zó red ik het niet.’’ Toen zegt die ouwe Van der Zee tegen me: ‘‘Maar Kees, daar begrijp ik niets van, want je hebt in dat ene jaar vijfhonderd liter klare méér omgezet dan je voorganger.’’ Toen zeg ik: ‘‘Nee meneer Van der Zee, die vijfhonderd liter heb ik niet omgezet. Die heb ik opgedronken.’’ Nou , daar stond die ouwe Van der Zee van te kijken hoor – maar hoe gaat het? Je komt om elf uur beneden. Neem er nou eens vier in het uur. Dat is toch geen dollemanswerk? Goed, reken het dan zelf maar uit, over een heel jaar. Meer dan vier en twintig keiltjes haal ik niet uit de liter, al leg ik ’m onder een stoomwals. Zodoende. Dat moest die ouwe Van der Zee ook toegeven.’
(S. Carmiggelt, ‘Kroeg-mannen II’, in Vliegen vangen (1955), p. 66, oorspronkelijk verschenen in Het Parool.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten